Thailand (11 juli t/m 24 juli)
Op 11 juli, de dag voor de bamboo-rafttocht naar Chiang Rai, bezoeken we een longneck village. Vrouwen en kinderen dragen messing kleurige ringen om hun nek en knieën waarbij in het geval van de nek het sleutelbeen naar beneden wordt gedrukt zodat de nek extra lang lijkt. Het zijn vluchtelingen uit Birma die niet meer terug kunnen. Een puur touristische attraktie. Het enige positieve aan de vertoning is dat je de mensen helpt in hun bestaan. We hebben het na een uur wel gezien (zie foto’s) en gaan weer terug naar Tha Ton, echter niet eerder voordat we gestopt zijn temidden van de rijstvelden. We hebben gelluk want ze zijn de rijst juist aan het planten. Een droom wordt werkelijkheid als we daar midden in de rijstvelden staan.
De volgende dag begint het bamboo-raft avontuur (in de regen) maar het is werkelijk prachtig. In de loop van de middag wordt het ook nog droog en de 2 (thaise) stuurmannen verstaan hun vak als stuurman EN kok erg goed. Meer dan basic kan haast niet als we ‘s-avonds ook nog op het vlot slapen na een perfecte BBQ maatijd. De volgende dag gaat de tocht verder naar Chiang Rai en we worden onderweg door iedereen gefilmd en gefotografeerd, toch wel een beetje byzonder dus. Eenmaal in Chinag Rai staat er (toevallig ?) een pick-up klaar die ons naar een guesthouse brengt. ‘s-Avonds de nightmarket op en uiteraard wat eten. De volgende dag toch maar met de bus terug naar Chiang Mai (goedkoper en net zo snel) om de dag erna met de nachttrein terug te rijden naar BKK. Heerlijk om weer ff terug te zijn na alle ontberingen van de trekking en het raften. We zijn er erg vroeg en hebben dus bijna 2 volle dagen, want de volgende dag om 19.15 uur gaat de trein naar Surat Thani om daar over te steken naar Ko Pha Ngan. De eerste dag wordt gebruikt om de foto’s te laten afdrukken, wat zaken voor de site te regelen en uiteraard te zwemmen. We eten lekker thuis aan tafel op stoelen MET KUSSENS. Die kennen ze echt niet in Azië. De volgende dag lekker aan het zwembad en ik ga de tickets voor Nepal halen en kijken of we de accomodatie voor het eiland en de terugvlucht kunnen regelen. Ja, nu wel vliegen, want nu scheelt het veel tijd en relatief is het niet veel duurder. Na een zwerftocht door bijna geheel Bangkok voor een lieftallige SUOMI-vriend (?) om een ‘fishfinder’ te traceren (what the f…) ben ik een uur of 4 later weer terug bij de familie (zonder fishfinder) maar met tickets en accomodatie, da’s toch belangrijker.
Het loopt tegen 5 uur en tijd om de spullen te pakken. Ruim 2 uur later zitten we in de trein en de volgende dag zijn we om 1 uur ‘s-middags op het eiland. Uiteraard moet je altijd even wennen want je stelt het je altijd mooier voor (stom he). Al snel zien we alle voordelen, zeker die van het zwembad, want het strand valt bijna de gehele dag droog en door de vele brokken koraal kan je (bijna) niet bij de branding komen. Wel gek dat hier NIETS over wordt gezegd EN niet in de LP over wordt geschreven. Voor het strand moet je aan de oostkant van het eiland zijn. Wij komen om te rusten, slapen en te zwemmen, dus geen probleem.
Na een paar heerlijke dagen zijn we via BKK (ja alweer een luxe gratis nacht) naar Kanchanaburi gegaan. Toch wel een must om die treinreis te maken naar Kanchanaburi om vanaf daar dan over DE brug te rijden en ook door naar het punt waar nog de authentieke rails ligt. Elke biels 1 mensenleven, daar wordt je wel even stil van als je daar rijdt. We hebben het oorlogsmuseum, het POW-camp en de begraafplaats gezien en zijn de volgende dag weer naar BKK gereden (per trein). Morgen begint het avontuur in Nepal met zelfs 1 nachtje Bangladesh er tussen vanwege onze vlucht. Ik zou zeggen…..wordt vervolgd en Namaste Nepali.